In het centrum van het netvlies hebben we drie soorten kegeltjes respectievelijk voor het rode, het groene en het blauwe spectrumgebied van het licht. Zo kunnen we kleuren zien.
Kleurenblindheid is een afwijking in het kleurzien. Deze afwijking ontstaat door het ontbreken of het sporadisch voorkomen van één of twee soorten kegeltjes in het netvlies.
De afzonderlijke hoofdkleuren kunnen meestal wel worden waargenomen. Meestal spreekt men van kleurenblindheid maar een gestoord kleurenzicht is daarom een betere benaming.
Iemand met gestoord kleurenzicht is minder gevoelig (anomalie) of helemaal ongevoelig (anopie) voor één of meerdere van deze hoofdkleuren. Daardoor worden bepaalde kleurschakeringen anders waargenomen.
De Ishihara Het is de kleurzientest bij uitstek voor het opsporen van rood-groendefecten (protanomalie en deutanomalie). Blauw-geeldefecten worden met deze test niet opgespoord.
Deze Ishihara-test bestaat uit een boek met verschillende gekleurde platen die samengesteld zijn uit kleine gekleurde spots van verschillende grootte en die cijfers of tekeningen vormen op een gekleurde achtergrond. Door hun kleurverwantschap vormen deze verwarring en worden de gevormde cijfers anders gelezen door iemand met een kleurzienstoornis.
Dit is een snelle en eenvoudige manier om het kleurzien te testen.
Deze kleurzientest bestaat uit 15 gekleurde dopjes met onderling een klein oplopend kleurverschil. Het begindopje staat vast, hiernaast moet men telkens het dopje met de hierop meest gelijkende kleur naast plaatsen.
Elk dopje heeft een nummer.Als men de geplaatste volgorde op een speciaal diagram uitzet wijzen de verwisselingen in de richting van het kleurziendefect:
De test blijft mogelijk zelfs bij een zwakke visus. Een nadeel is echter dat slechts kleurzienafwijkingen van een zekere omvang kunnen opgespoord worden.
Dit gespecialiseerd onderzoek is vaak enkel beschikbaar in een universitaire dienst.
Een anomaloscoop bestaat uit een buis en twee instelknoppen. Bij het kijken door de anomaloscoop ziet de patiënt een veld dat ingedeeld is in twee helften. De bovenste helft is door middel van een instelknop de kleurmenging in te stellen. In de onderste helft is de kleur vast, maar is door middel van een knop de luminantie in te stellen. Door aan schroefknoppen te draaien kan de patient dus de kleur en de helderheid van de twee vlakken veranderen. Het is bedoeling is dat beide vlakken precies gelijk gemaakt worden maken wat betreft kleur en helderheid
De anomaloscoop laat toe om met zekerheid de diagnose en de ernst van aangeboren kleurzienstoornissen te bepalen.