De macula is het centrale deel van netvlies en zorgt ervoor dat je in het centrum van uw gezichtsveld scherp kunt zien en kleine details kunt waarnemen. Hierdoor kan je lezen, autorijden en gezichten herkennen. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat in de macula de grootste concentratie de kegeltjes aanwezig is. Deze zorgen voor de gezichtsscherpte (contrast) en het kleurzien.
Het overige deel van het netvlies bestaat voornamelijk uit staafjes. Ze zorgen ervoor dat we ‘s nachts kunnen zien, dat we bewegingen kunnen waarnemen en bepalen het gezichtsveld.
Door het afsterven van de kegeltjes in de macula ontstaat de maculadegeneratie: vaak 'slijtage' van het netvlies genoemd. Het scherpe zien verdwijnt en er verschijnt in het midden van het beeld vervormingen of een waas. Omdat enkel het centrale zicht wordt aantast, blijft bij het omliggende gezichtsveld (het perifere zicht) intact. Met de leeftijd neemt de kans op een maculadegeneratie toe. Vandaar de naam leeftijdsgebonden Macula Degeneratie (LMD).
LMD manifesteert zich meestal in één oog zonder dat het opgemerkt wordt, omdat het andere goede oog dit compenseert. Vaak wordt het probleem pas duidelijk wanneer dat tweede oog ook symptomatisch wordt. Vaak is de aandoening in het eerste oog dermate gevorderd dat het te laat om dit te behandelen. Daarom is het voor 60-plussers belangrijk om jaarlijks een onderzoek van het netvlies door een oogarts te laten uitvoeren.
Maculadegeneratie uit zich niet bij iedereen op dezelfde manier. Sommige mensen zien een wazige of donkere vlek, die overal zit waar je naar kijkt. Anderen zien vervormingen van het beeld. Ook het verloop van LMD kan verschillend zijn. In de meeste gevallen verloopt het proces langzaam. Dat maakt het voor veel mensen moeilijk om aan te geven wanneer het slechter zien is begonnen.
In andere gevallen kan het proces zeer snel gaan. Je ziet dan van de ene dag op de andere minder goed en neemt beeldvervormingen waar.
Een geruststelling is dat het zelden tot volledige blindheid leidt omdat de meeste mensen met LMD een redelijk perifeer gezichtsvermogen behouden. LMD leidt dus niet tot totale blindheid maar heeft wel grote gevolgen voor het sociale leven van LMD-patiënten en hun omgeving. We spreken dan ook liever over 'sociale blindheid'. Voor degene met LMD en zijn/haar omgeving is het daarom belangrijk te leren omgaan met deze beperking van het gezichtsvermogen.