Glaucoom kan tot blindheid leiden
Glaucoom is een sluipende verraderlijke ziekte
Glaucoom omvat eigenlijk een groep van oogaandoeningen die allen worden gekenmerkt door een aantasting van de oogzenuw waarbij de oogzenuwcellen langzaam afsterven. Tot op heden kunnen dode cellen niet vervangen worden. Daarom is het verlies aan gezichtsvermogen door glaucoom onherroepelijk en definitief.
Wanneer uw oogarts glaucoom vaststelt reageert U meest waarschijnlijk verwonderd. Dit komt omdat glaucoom bijna nooit klachten geeft: geen gevoel van druk of zwaarte en ook geen verandering van zicht. Bovendien blijft je gezichtsscherpte nog heel lang bewaard. Je ondervindt lange tijd geen wazig zicht, en de kleinste details blijf je zien. Of je een bril draagt of niet, heeft er dus helemaal niets mee te maken. Wat er eerst, en steeds verder, wordt aangetast is het perifere zicht, of ook wel het gezichtsveld genoemd. Het perifeer zicht is het beeld dat een oog kan overzien terwijl het naar een bepaald punt kijkt. Als daar heel traag stukken uit verdwijnen, valt dat niet snel op. Naarmate het glaucoom voortschrijdt zal de uitval toenemen. Opvallend daarbij is dat het centrum vaak zeer lang gespaard blijft. Pas als delen dicht bij het centrum uitvallen, of als er zeer grote gebieden zijn uitgevallen, merkt een glaucoompatiënt zelf zijn ziekte op.
Daarbij komt nog dat de verdwenen stukken niet als zwarte vlekken in het gezichtsveld verschijnen. Die stukken worden ingevuld door het zien met het andere oog en de opgeslagen informatie(herinneringen) in de hersenen. De beelden van de 2 ogen overlappen mekaar namelijk voor het grootste deel. Pas als er nog heel weinig informatie van de ogen naar de hersenen komt, zakt het door de hersenen gebouwde beeld als een kaartenhuis in elkaar, en word je brutaal geconfronteerd met je zware handicap. Op dat moment heeft het oog al vrijwel het volledige gezichtsveld verloren en rest vaak enkel nog een centraal eilandje zicht. Het enige dat overblijft is het centrale scherptezicht. Men spreekt dan van tunnelzicht: alsof men kijkt door een lange kartonnen buis. In laatste instantie verliest men ook nog dit laatste eilandje centrale scherptezicht, en wordt men volledig blind.Meestal zijn beide ogen aangetast, maar het ene oog is vaak meer aangetast dan het andere.