Bij Glaucoom worden de weefsels in de oogzenuw aangetast door een verhoogde oogdruk, ook verhoogde intra-oculaire druk genoemd. Indien niet tijdig behandeld lijdt dit tot het onomkeerbaar verlies van het gezichtsveld. In het begin blijft de ziekte vaak onopgemerkt. De aantasting begint namelijk perifeer wat niet dadelijk opvalt en daarom gevaarlijk sluimerend is. De centrale gezichtsscherpte wordt pas als laatste aangetast. Het is dus van het grootste belang dat de aandoening vroegtijdig opgespoord wordt. Als er sprake is van een verminderd zicht, is de ziekte eigenlijk al in een gevorderd stadium. Deze gezichtsvelddefecten zullen ook na het instellen van een adequate behandeling niet meer verbeteren. Belangrijk is aldus het behouden van het overblijvende zicht.
Men schat het aantal Belgen met deze oogaandoening op 200.000. Bij de helft van die mensen zou de ziekte nog niet opgespoord zijn. Er is ook een erfelijke factor. Daarom is een preventief onderzoek bij familiale belasting en bij iedereen vanaf de leeftijd van 40jaar belangrijk.