Leven met LMD

Na de diagnose van LMD zal de oogarts u gedeeltelijk geruststellen: 

  • u zult niet blind worden 
  • het komt zelden voor dat het perifere deel van het netvlies wordt aangetast 
  • u zult zich kunnen beredderen in huis en in uw directe omgeving. 

LMD is een chronische ziekte en er bestaat geen genezing. Hoewel na het opdrogen van de natte fase de ziekte verbetert kunnen de klachten altijd terug komen. Voor de rest van uw leven zult dus geregeld op controle moeten gaan bij de oogarts.  Elke LMD evolueert anders en uw arts zal de frequentie van de controles en de behandeling naargelang aanpassen.

Ook zal u gevraagd worden wekelijks om zelf uw zicht te controleren met uw Amslerkaart en bij verandering uw oogarts te contacteren.

LMD is een ziekte die niet automatisch tot blindheid leidt. Niettegenstaande zal de uitval van het centrale zicht het vele activiteiten in dagelijks leven beperken : problemen met lezen, televisie kijken, straatnaam- en verkeersborden lezen,… Het gebruik van toestellen met een digitale display wordt bijna onmogelijk. 

Het kan ertoe leiden dat het moeilijk wordt om boodschappen te doen of om gezichten te herkennen. Dit laatste is een heel lastig en vooral vaak door anderen onbegrepen probleem. Het maatschappelijk onbegrip kan vervelende gevolgen hebben en tot misverstanden leiden. 

Geleidelijk aan gaan andere vormen van zintuiglijke waarneming het gebrek van het centrale gezichtsvermogen aanvullen. U gaat mensen herkennen aan hun stem, motoriek, postuur of een bepaalde kleding(kleur). 

Ondanks de beperkingen zult u uw leven moet hernemen en proberen uw zelfstandigheid te behouden. Hiervoor bestaan er allerhande optische hulpmiddelen: horloge met geluidsignalen, verlichtingsregelaars, vergrootglazen, leesloupes, TV-schermvergroters of camera’s die aangesloten worden op de TV om teksten te vergroten… 

Het goed en vakkundig aanpassen van zogenaamde 'Low Vision' hulpmiddelen is van groot belang bij mensen met LMD. Daardoor kan een patiënt met LMD toch grote letters lezen en iets meer van de omgeving waarnemen. Speciaal opgeleide 'Low-Vision' specialisten zijn daarbij behulpzaam. Ook regionale centra voor hulpverlening aan blinden en slechtzienden kunnen u mogelijk van advies voorzien.

Personen met LMD kunnen zich sneller verwonden en vallen. Daarom moet aandachtgeven worden aan het aanpassen van de leefomgeving met verlichting en oriëntatiepunten om u zo veilig mogelijk te verplaatsen. Ergotherapeuten zij het best geplaatst u hiermee te begeleiden.

De rijbewijsnormen voor het besturen van een personen voertuig zijn wettelijk beplaald. Bij een gevorderde LMD kan het autorijden ondanks de wettelijke normen gevaarlijk worden. Het is belangrijk dit met uw oogarts te bespreken. 

Vraag inlichtingen in verband met andere vervoersmiddelen.  Durf uw naasten (familie, vrienden of buren..) te vragen u te begeleiden als u zich niet meer alleen kunt of durft te verplaatsen.

De oogarts kan u ook met volgende helpen :

  • U doorverwijzen naar een Low vision centrum.
  • U voorstellen contact op te nemen met patiënten organisaties zoals de Braille Liga, Licht en Liefde…
  • U doorverwijen naar sociale hulp (thuiszorg)

  • Dr. LF. Liesenborghs
  • Sint-Jansstraat 4
  • Residentie Park Leopold
  • 3800 Sint-Truiden
  • T. 011 69 42 70
  • F. 011 69 42 60
  • Stuur mij een e-mail
  •  
  • site by webdesign yappa